Automobilist: Zet het goede licht aan!

Foto:

Brabant gaat voor Nul verkeersdoden en brengt regelmatig verkeersveiligheid onder de aandacht. Deze keer aandacht voor het gebruik van de juiste verlichting door automobilisten: ‘Zet je licht aan!”
In het donker moet u het licht van uw auto aanzetten; dat is duidelijk. Maar ook overdag als het zicht slecht is, bijvoorbeeld door mist.

Wanneer moet u welk licht gebruiken?

Dimlicht

Overdag mag u altijd dimlicht gebruiken. Zo zorgt u er voor dat u goed zichtbaar bent, zéker bij slecht weer. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten (voor én achter) branden. In het donker is het dimlicht verplicht.

Groot licht

Groot licht mag u in het donker gebruiken als u geen tegenligger tegenkomt. Dat geldt ook als u een fietser tegenkomt: doe het grote licht dan uit om de tegenligger niet te verblinden. Ook als u vlak achter een ander voertuig zit, is groot licht verboden.

Dagrijlichten

Sommige auto’s hebben speciale dagrijlichten. Deze maken de auto overdag beter zichtbaar. Deze lichten mag u overdag gebruiken, bij goed zicht.

Mistlicht

Het mistlicht aan de voorkant mag u alleen gebruiken als mist, sneeuwval of regen zorgen voor heel slecht zicht. Het mistachterlicht mag u alleen gebruiken als het zicht minder is dan 50 meter, bij mist of sneeuw; níet bij zware regen. Als de mistlichten branden, hoeven de dimlichten niet aan.

Achterlichten

De achterlichten moeten altijd samen branden met groot licht, dimlicht, dagrijlicht of mistlicht.

Heeft u de verkeerde verlichting op uw auto?

Dan kan uw auto worden afgekeurd bij de apk-keuring. Ook kunt u voor het verkeerd gebruik van uw verlichting een boete krijgen. Tip: controleer uw autoverlichting regelmatig, bijvoorbeeld 1 keer per maand.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen